Boekenfiche

Titel:
Dromendorp
Auteur:
Staf De Wilde
Uitgeverij:
Jaar:
2011
ISBN:

Besprekingen

Klik hier om een reactie te plaatsen.

Thierry Deleu
Dromendorp van Staf De Wilde is het logisch vervolg op Terug naar Hamme (1994) en Van Toen en Thuis (2004): ook dit boek wil het leven in Hamme in de jaren 1950-1960 oproepen.



Naast de dood blijft Hamme een van zijn grote obsessies. Hij slaagt erin om geregeld heel wat West-Vlamingen naar Hamme te brengen. Voor een wandeling in Den Bunt bv.






Het boek telt 440 bladzijden.




Schrijven over je naasten lijkt mij inderdaad een boeiende uitdaging. Hoe schrijf je je familiegeschiedenis? Familieverhalen zijn ongekend populair. Velen vertrouwen het verhaal van hun eigen familie aan het papier toe. Ze duiken in archieven en interviewen familieleden die ze soms al heel lang niet meer hebben gezien. Een kale stamboom is niet meer genoeg om de geschiedenis van de eigen familie te vertellen. Hoe geef je je herinneringen vorm? Hoe laveer je tussen waarheid en loyaliteit? Hoeveel privacy gun je je familieleden?

De behoefte is er zeker. Mensen vinden het geweldig mooi om het verhaal van hun ouders en voorouders op te tekenen. Ze verlangen ernaar om de mooie verhalen die in de familie de ronde doen vast te leggen, voor zichzelf en ook voor hun kleinkinderen. Ze maken interviews met hen: over hun eigen leven, over hun ouders en over hun gezinsleven. Een van de rode draden is vaak welke dingen ze van hun eigen ouders hebben overgenomen en hoe ze dat weer doorgegeven hebben aan hun kinderen. Dat kunnen rituelen, feesten of vaste gewoonten zijn, maar ook de manier waarop zij tegen het leven aankijken. Dit kunnen ook grote gebeurtenissen zijn, zoals ziekten en overlijden, of belangrijke mensen in de familie.

Staf De Wilde heeft de kunst van het familieverhaal schrijven onder de knie. Zijn vaardigheden heeft hij aangewend om literatuur te schrijven. Hij geeft ons een inkijkje in het leven van huisgenoten en familie, in het dorp waar zij leefden, in hun leven en denken.
Hij heeft ervaren hoe je van een heel eenvoudig leven gelukkig kunt worden. Hij heeft ook de kunst ontwikkeld om bij het schrijven van zijn verhalen nieuwe invalshoeken te vinden, om zijn lezers nieuwsgierig te maken. Hij heeft geleerd ook van hele emotionele en ingrijpende verhalen een beetje afstand te nemen.

Als lezer merk je ook hoe De Wilde graag terugblikt en hoe gepassioneerd hij uitgraaft, brokstukken blootlegt, beeldjes schoon wrijft, hoe hij gezichten leest en zoekt naar hun woorden. Geschiedenis is voor hem jouw volk/je noemt ze thuis/je noemt ze mijn dorp/een vader komt boven/een moeder, een broer/en buren, dorpsgenoten.









Wanneer is een gedicht goed? Zowat iedereen kan een goed van een slecht gedicht onderscheiden. Toch zijn er een aantal criteria waarmee je rekening moet houden, zoals de toonkleur van het gedicht en de wijze waarop die toon doorheen het hele gedicht volgehouden is. Ik denk ook aan de klankkleur en de emotionele waarde van de woorden, aan de beeldspraak, de suggestieve kracht, aan ritme en metrum het algemeen.
De gedichten in Dromendorp roepen herinneringen op aan de tijd dat wij nog jong en mooi waren - ik ben geboren in 40.
Staf de Wilde heeft zijn kunst onder controle, hij beheerst zijn metier op een manier waardoor chaos vermeden wordt. Hij dicht (en schrijft) over mensen, zijn kunst spreekt de taal van mensen.




vader leeft, je ziet hem
knikken wanneer je in de gang
het licht uitknipt
(p. 33)

grootvader,
ik ruik het aroom van uw pijpen
(p. 35)

meer dan ooit te voren, moeder,
zie ik u zoals u was: een zwaarbeproefde
(p. 37)

broertje,
hoe dikwijls bleef je buiten
(p. 57)

broer,

schakelen, vertragen voor een bocht
(p. 59)



Zijn vader was een fascist, geen collaborateur, hij geloofde erin dat stropers en smokkelaars ook in oorlogstijd schurken zijn, hij paradeerde. Vader: een bars bevel, een zwoele bariton, een verteller die fluistert en bezweert en visioenen oproept. (p. 79)

De verwantschap van De Wilde is ook in andere verhalen treffend: ook Staf is een (tedere) anarchist, die een ideale maatschappij nastreeft, hoewel hij (soms) twijfelt aan de mensen die deze utopie moeten realiseren. Hij neemt het op voor het uitgebuite volk, hij mijdt de machthebbers en zelf is hij een dromer, een ontgoochelde idealist, een kunstenaar.

Het verhaal de vrouwen van F heeft mij bijzonder geboeid. De Wilde weet zijn personages (eigenlijk zijn het gewoon personen uit een verleden tijd) beeldend te schetsen, het lijkt soms op schilderen, tekenen. Wie zijn de vrouwen van F?
Vooreerst de heftigste, een del uit Schellebelle (Zet ze uit uw kop, zegt zijn stiefmoeder). Dan komt Clementine, een plompe, bonkige brok vrouwelijkheid. Twee weken voor hun huwelijk breekt F de verloving. Daarna volgt een periode van uitgaan met ruige vrienden.
Dan verschijnt Marita, een engel met acne. Zij trouwden, ze wordt zwanger, maar de baby sterft. Ook Marita haalt het niet. F komt weer thuis wonen. Tot hij aanpapt met met een van een katholiek huwelijksbureau.
Wat een dramatiek in een verhaal van zes bladzijden!

Over Marita dicht Staf De Wilde: en weer zie ik jou opgebaard/wit in het wit betegeld huisje/de zuigeling aan je zijde/een beeltenis die ik heb bewaard/zoals bekraste stenen uit de eerste tijden (p. 95).


In elk verhaal komt Mottebol op zijn minst piepen achter elke hoek. Hij is de rode draad in het boek. Omdat hij nog vele levensjaren voor de boeg heeft, is Dromendorp niet het laatste boek over Hamme en de familie.



De pasja wordt een paria, een voortvluchtige, in een verhaal van Eros en de eenzame jonge man.

Het boek sluit met een reeks van 96 gedichten, zegge een nieuwe gedichtenbundel.
Ik hoop dat ze niet verdrinken in het grote geheel of de aandacht verliezen van lezer en recensent.


Er is een jambisch metrum, dat echter om de haverklap wordt verstoord, de zinnen lopen lustig over de randen van versregels heen.



mijn land dat langzaam ademt,
lankmoedig in de nevel:
(p. 302)

dorp, onder mijn huid
ben je aanwezig
(p. 304)

ja, in zijn verzen zal de dichter wonen
(p. 307)

eeuw van mijn vader,
ik haal je leeg als een huis
waar de sloper op wacht
(p. 314)

namens wie kan je spreken
kind van spinner en huisvrouw?
(p. 320)



woorden hebben wijze
vingers, ze stoten slapende
woorden aan, zachtjes,
hoor maar: ze mompelen


woorden stoten verwanten aan
een brood hangt kruimig
voor een buik, een mes kan
bidden: het slaat een kruis


kom, bedaar de woorden maar
ze willen zich bemoeien










Reactie plaatsen:

Naam:
E-Mail:

Reactie:

© Copyright 1997-2024 Idee Software - Alle rechten voorbehouden