Boekenfiche

Titel:
Heuvels en Rivieren
Auteur:
Catharina Boer
Uitgeverij:
Demer Uitgeverij
Jaar:
2010
ISBN:
978-1-4457-4518-3

Besprekingen

Klik hier om een reactie te plaatsen.

Thierry Deleu
a-specifieke titel voor steengoede gedichten!


Ook nu weer in haar recente bundel, Heuvels en Rivieren, valt mij op hoe kort en krachtig zij een bepaald tafereel kan schetsen, eenvoudig van taal en beelden, met veel associaties en metaforen. In deze bundel krijgen de gedichten een vaste(re) vorm. Het is ooit anders geweest:

Sinds Water en Steen (Opwenteling Eindhoven, 1989) is haar thema het zoeken naar plaatsen van weleer. Zij roept haar jeugd op, het oude dorp, het landschap van toen (verdwijnend door nieuwbouw en asfalt). Herinneringen vervagen: het besef van vergankelijkheid wordt tot uitdrukking gebracht door het vervlietende water. Veel herinnerd leven, dat binnen het heden herleeft. Een vervlechting die zij boeiend in beeld brengt. Zij roept het verleden op om het weer los te laten en te verinnerlijken. Terugblikkend en uitlopend op verstilling.
Ook nu in Heuvels en Rivieren verrast zij mij door haar beelden vol van kleuren en geuren. Zij herschikt wat achterblijft en legt haar woorden uiterst precies, zoals stenen in landschappen.
Dit zijn lang gerijpte en met zorg gecomponeerde gedichten, niet vals sentimenteel, maar doordesemd van heimwee en verlangen. In deze bundel maakt Catharina Boer nog maar eens een balans op van een leven, dat soms mee stroomt met het getij van de tijd en er soms tegenin gaat. Zij doet het vol melancholie, pijn en wijsheid en vooral vol ontroering over schijnbaar voor de hand liggende dingen.

Catharina Boer verwoordt op aangrijpende en persoonlijke wijze wat zij zich herinnert, hoe zij zich daarbij voelt en hoe zij deze flitsen uit het verleden verwerkt of een plaats geeft. Pakkend, doorgrond.

Haar gedichten vergen geduld, maar wie het opbrengt, wordt uitstekend beloond en meegevoerd in de tijd.



In haar verbeelding zoekt Catharina Boer de oude tijd weer terug. Zoals het landschap nooit af is, zo is ook haar verbeelding niet eindigend.



HOE

het tenslotte wijkt
schijnbaar oppervlak,
beeld brekend water.

Dieper in kalme onderstroom
van taal woorden zich wiegen,
houvast zoeken, grond raken.

Het zeedier zich ingraaft,
luistert naar tokkelend
water en wat het vertelt.
(p. 9)




DE VROUW VAN LOT

1.

Jij droomde van dat witte paard,

Dat deed hij inderdaad, zelfs je naam
verdween, jij spelde de zijne wel,
die je onervaren boven je jonge hoofd
uitstrooide, zo in zijn macht belandde.

Je kreeg zijn dochters,
leefde zijn leven,
vergetend wie jezelf was. Maar
soms, verloren in het bos van tijd,
liet het kind onder je huid
een niet te stuiten heimwee horen.
(p. 31)



HET GEDROOMDE HUIS

Je hebt nergens wanden
waartussen gedachten gekluisterd
aan steen van vakken en trappen
of onder een alles omvattend dak,
want in mij ben je grenzeloos wonen
met ruimtelijke vensters, waar licht
je wezen is, wit van tijdloosheid
over weidse rivieren, oude heuvels
rond het kind onder seringen, dat
woorden vindt en lippen vol liefde
in fluisterende zomernachten, want
nooit sluit ik een deur en nooit
kan ik je verlaten. Nooit.
(p. 65)








Reactie plaatsen:

Naam:
E-Mail:

Reactie:

© Copyright 1997-2024 Idee Software - Alle rechten voorbehouden