|
Titel:
|
Berthe Morisot, een vrouw, een mysterie |
Auteur:
|
Ina Stabergh |
Uitgeverij:
|
De Brouwerij, Maassluis |
Jaar:
|
2011 |
ISBN:
|
978 90 78905 39 4) |
|
EEN MEESTERLIJKE BIOGRAFIE IN DICHTVORM
Morisot wist zich met haar schilderijen een weg te banen in een mannenbastion. Na haar dood nam haar roem sterk toe, ook doordat ze werd ontdekt door de feministen.
Secundo: zij beheerst een breed woordlandschap. Uit alles wat zij tot nu toe schreef, spreekt de liefde voor het leven. Het leven in al zijn facetten. Weinigen weten dit zo trefzeker te verwoorden.
In de pauze (schiep God)
een vrouw.
(p. 11)
De schilder heeft haar veertien keer/op doek gelegd. Zij is de vrouw in profiel, de vrouw met de bonten mof, ( p. 14). De schilder heeft handen als penselen (p. 15). De vrouw is zijn muze.
Perfectie
Niets aan haar was kenmerkend klassiek
en romantiek paste niet bij haar ogen
Alleen heftigheid was haar deel
en groter dan haar uithoudingsvermogen.
(p. 17)
In het tweede deel Een stap in de wereld schetst Stabergh de wereld van Morisot, haar tijd, haar jeugd, haar zoektocht van atelier naar atelier (p. 27), haar ontmoeting met de vier musketiers: met puntbaard, met de baard van een kerstman, de mopperaar en de dichter (p. 27). Hun eerste tentoonstelling:
Niet in het Louvre maar in de eigen Salon
barsten sommigen in lachen uit
om al die korte streepjes op doek
waaronder schilders hun naam hebben gezet.
Bomen, lucht van verse koude boter
en vrouwenhuid in schimmelkleur
als je niet oppast komen de figuren
uit hun kader gestapt recht in je gezicht.
(p. 28)
Het derde deel gaat over een vrouw aan de zijlijn (p. 31): Berthe Morisot, geboren in Bourges, eerst verleidelijk (als meisje), dan muze en pas jaren later werd zij/als een van hen aanvaard (p. 31).
Zij schildert een park met/paarden en hun ruiters/en vogels die fluiten en kwam onder de invloed van Fragonard: het licht en het sensuele (p. 33).
Jij ziet me
telkens nieuw: glashelder, vurig en soms wild,
ondoorzichtig en stil. Ik ben een spiegel.
Alleen ik kom mezelf nog tegen, alleen ik weet
dat ik in wezen niet verander.
(p. 35)
Deze gedichten vragen om aandacht voor het afwezige, het perifere, voor de sporen van een boeiende, maar mysterieuze vrouw. Stabergh spiegelt zich aan Morisot, zodat zij haar eigen onvolkomenheden herkent en verbetert. Zij neemt dezelfde houding aan als de schilderes. Het is een literair bijzonder geslaagde vorm van escapisme.
Even terug naar de inhoud.
Zij schildert de moeder die hapert en leest, of moeder en kind die wachten tot het volgende orgasme, of hoe zij met engelenvleugels/gehurkt op een jongen wacht, of verstoppertje speelt, of hoe zij pubert en zich opschikt met een snoer van parels/naast een zoenvlek (p. 40 en 43).
Zij bezoeken samen Giverny, de twintig kathedralen van Rouen, het impressionisme is voor hen streepjes van woede/streepjes van pijn/streepjes van genot/en in elkaar vervloeien (p. 48).
Ook het vijfde en laatste deel van de bundel Berthe Morisot, een vrouw, een mysterie bevestigt mijn analyse: verrassend en origineel, hoe de dichteres het verschrompelen van de tijd oproept, hoe zij leven omarmt tussen geboorte en dood, in deze tussentijd ligt het meisje te kijken/alsof ze iemand verwacht (p. 53), zij ziet op haar gezicht/de wreedheid van het ouder worden (p. 54), zij vraagt zich of zij dan belangrijk is geweest (p. 55). Wanneer zij het einde naderbij voelt komen, sterven ook de ogen/in voor altijd vergeten (p. 56), dan/wordt de stilte een hindernis zonder uitgang./Zonder herkenbaarheid (p. 57).
Waar zij in stilte naar had getracht
gebeurde
na haar dood.
De musketiers hingen al haar doeken op.
Meer dan honderd, een overzicht van haar leven
een vrouw tussen de impressionisten.
(p. 60)
|
|
|