Boekenfiche

Titel:
De dagen zijn huiveringwekkend mooi
Auteur:
Nicole Van Overstraeten
Uitgeverij:
VKH- Vriendenkring Kunst Houtland, Torhout
Jaar:
2012
ISBN:

Besprekingen

Klik hier om een reactie te plaatsen.

Thierry Deleu

Na het essay Dichter zonder kroon (van mijn hand, uitgegeven door De Gebeten Hond, Harelbeke, 2001) en Woord en daad van Guy van Hoof (Rik Wouters, 2005) verscheen nummer drie. Indrukwekkend!





Van Hoof onderhield verder contact met Coolsaet en schreef over hem een mooie monografie.
Het contact tussen Van Hoof en mij was en is veeleer sporadisch. Een klein jaar geleden hadden wij een gesprek/interview dat moest dienen als voer voor een bijdrage voor een of ander literair tijdschrift. Maar tot op vandaag heb ik daar niets van gemerkt, tenzij het mij is ontgaan.

In een bondig essay weet Van Overstraeten heel goed de dichter Guy van Hoof te beelden: romantische tristesse, existentieel angstig, maatschappelijk betrokken, dromerig, rusteloos en wispelturig.


Met Jan van Nijlen voelt Van Hoof zich verwant, zelfs in die mate dat hij hem beschouwt als zijn dubbelganger.

Het was Van Nijlen niet
die ik voorbij zag gaan.
Het was zijn dubbelganger die,

breed de laan uitliep.

Van Nijlen en Van Hoof delen eenvoud en een schijnbare vanzelfsprekendheid. Melancholisch? Ja en ook ironie en zelfspot.




Van Overstraeten heeft overschot van gelijk als zij schrijft dat Van Hoof een personage is uit het theater. Het lijkt of de persoon Van Hoof loskomt van zijn lichaam en een personage wordt, een acteur op reis.



Van Hoof schreef gedichten over hoofdstad Brussel, Florence, stadspark Antwerpen, Praag en Parijs. Hij beschrijft graag de barre, desolate eenzaamheid die gelinkt wordt aan grootstedelijkheid en reikt de lezer een charmant plekje aan.



Vooraleer Van Overstraeten haar essay afrondt, - een essay dat mij om velerlei redenen heeft bekoord: kleinschalig maar doordacht, onvermoede diepgang in weinig woorden die zoveel gevoelens omvat, - schenkt zij aandacht aan Van Hoofs engagement.




Waarom is het leven dan zo huiveringwekkend mooi? Is dat een paradox, of een aandachttrekker? Van Hoof schrijft toch over het kleine, fragiele, het menselijke, over de tristesse en de ontgoochelingen waarvan hij met moeite herstelt. Huiveringwekkend mooi? Zijn mysterieuze glimlach? Of gaat het alleen over woorden? Om de woorden zelf? Denkt Van Hoof dat hij het best blijft bovendrijven, want als hij onder de golven duikt, zou hij kunnen verdrinken.










Reactie plaatsen:

Naam:
E-Mail:

Reactie:

© Copyright 1997-2024 Idee Software - Alle rechten voorbehouden