Alle beschrijvingen van dorpen, landen, steden en landschappen lijken zo levensecht. Visser is dan ook, zo vertelt de achterflap, zeer reislustig en Conrad van de Weetering schrijft in het voorwoord dat ze inderdaad alle gebieden die ze beschrijft persoonlijk kent.
Dat Maen een geheim (een gruwelijk geheim, verneem je aan het einde) met zich meedraagt, dat vermoed je al gauw. In de flashbacks die het verhaal zo levendig maken (onder andere dankzij het gebruik van de tegenwoordige tijd en de eerste persoon voor herinneringen, daar waar de rest van de roman in het verhalend verleden en in de derde persoon staat) kom je gaandeweg te weten hoe haar leven eruit zag voor dit bevrijdend verblijf in Furnas.
Je raakt meteen geboeid door deze roman, niet het minst dankzij de scherpzinnige details, het juiste en gevarieerde woordgebruik, het afwisselen van verleden en heden, de religieuze teneur zelfs.
Wat mij een beetje hindert is dat op bladzijde 56, Visser plotseling, heel even, zonder boe of ba, van standpunt wisselt. Daar waar totnogtoe alles verteld werd vanuit het perspectief van Maen, weet je nu ineens hoe de stervende Giuseppe zich voelt. De volgende perspectiefverandering in het laatste hoofdstuk hindert me minder, omdat dat deel van het verhaal op zichzelf staat.
Alles bij elkaar vond ik Terra Nostra een zeer mooi en boeiend verhaal! Echt een aanrader!
|