Boekenfiche

Titel:
Vogelvlucht
Auteur:
Ivo A. Dekoning
Uitgeverij:
Uitgeverij P, Leuven
Jaar:
2002
ISBN:
90-76895-55-4

Besprekingen

Klik hier om een reactie te plaatsen.

Bernard de Coen
De dichtbundel Vogelvlucht van Ivo Dekoning gaat over stilstaan. Figuurlijk, maar ook letterlijk. De vraag of stilstand beweging veronderstelt of er het gevolg van is laten we over aan filosofen die in de ontologie gespecialiseerd zijn, maar de twee begrippen houden natuurlijk met elkaar verband.

Stilstaan bij wonderen, bij het leven, bij relaties, bij god, bij herinneringen, stil zitten op een stoel, af en toe stilstaan in de straat, stilstaan in de tijd, tot stilstand komen, niet kunnen stilzitten, een horloge dat stilstaat op het uur van de hartstilstand van diens eigenaar, een boom die een bestuurder tot stilstand brengt, een leerling waarvoor de tijd stilstaat.

Maar dus toch een stilstand die het best tot uiting komt in contrast met de beweging die er een noodzakelijke tegenpool van vormt. Vandaar dat je doorheen de gedichten van deze bundel veel werkwoorden vindt die, op het anekdotische niveau dan, een beweging uitdrukken.

De synthetische sublimatie van de contradictie tussen stilstand en beweging vormt de sleutel tot de titel van de bundel. De vogelvlucht van Dekoning is geen gekwetter of drukdoenerij van een of andere zwerm laagvliegers. Het is vooral de vlucht van de meeuw die voort zweven kan terwijl zijn lichaam onbeweeglijk in de lucht stil hangt. Zo'n vlucht, zo'n perpetuum immobile, fascineert de schrijver. Maar het is ook de onbeweeglijke piloot die tegen een ontzaglijke snelheid raast. En knalt.

De woordenschat die Dekoning in zijn eerste bundel aanwendt, liegt hier overigens niet om. Reeds in het opschrift schrijft hij in alle stilte zijn beginselverklaring. In de ruim twintig gedichten van de bundel komen de woorden stil en staan dan ook elk zes maal voor (de combinatie van de twee woorden als een geheel drie keer).

Naast de aangeboren alliteratie van dit woord zegt wie stil zegt ook st. Andere klankecho's met dit dubbelfoneem zijn dan ook legio: stilte/sterven laatste/stilaan/stilstaan stootte/staat rustig/versteende/steeds leest/geest/geweest korst/uitgestrekt lijster/bijster stam/staande stoppelvelden/stapelwolken opsteken/angst/streelde steunde/stam/roestig. Maar ook door losstande woorden filtert de schrijver de st in zijn gedichten: steeds, steen, stoel, stap, staren, stuk, stok, stoel, straat, stuur, stiekem, stam. De klank zindert ook subtieler na in andere lexicale elementen: klooster, lijst, glanst, barst, triest, rustig, roestig, korst, duistere, mysteries, angst, luisteren, nest, ogentroost. Nog subtieler in bepaalde combinaties als vogels trilden, uitgestrekt, reeds ten, zuidoosten, als twee, tweelichtstromenland, pastelkleuren, wortels trilden, borstelde. Kortom, er is geen een gedicht waar de klank st niet in voorkomt.

Subtiel maar doordacht. Het virtuoos omspringen met klankassociaties van Dekoning waarop Mark Meekers ons in zijn inleiding bij de presentatie van de bundel terecht op wees geschiedt nooit bij toeval. Zoals het een ware detectiveschrijver betaamt heeft hij oog voor elk detail. Zijn beheersing stelt hem in staat om wanneer hij zich door de klank laat leiden toch zijn verzen functioneel te houden in de concrete economie van zijn gedicht. Dat is zijn meesterschap. De afwezigheid van gescandeerde verzen is in casu geen gemakkelijkheidsoplossing: elke lettergreep is duchtig gewikt en gewogen vooraleer het in het gedicht passen mag. Dat maakt dan ook de gedichten licht en toch zo af als ze maar kunnen zijn en bijgevolg zo aangrijpend. Meesterschap dus.

De humor van Ivo Dekoning waar Mark Meekers ook een juiste analyse van heeft gemaakt kunnen we pas echt smaken als we naar de schrijver live luisteren. Het is de toon die hij telkens verrassend aanhaalt die bepaalt op welk punt van de humorlijn die zich uitstrekt van verwonderlijke onschuld, langs Britse ironie tot cynisme hij zich bevindt.

Het is niet onze bedoeling hier te zeggen wat er in de respectievelijke gedichten staat. Maar wel een spoor te zijn, een rode draad te vinden (een rood spoor) waar de fraaie en rijke bundel als geheel over kan gaan. Laten we stil op onze stoel heel geconcentreerd luisteren en naar voordrachtkunstenaar Ivo Dekoning.


Reactie plaatsen:

Naam:
E-Mail:

Reactie:

© Copyright 1997-2024 Idee Software - Alle rechten voorbehouden